Zaterdagochtend waren mijn vriend en ik naar de glutenvrije paasmarkt in Leiderdorp geweest, waar ik heerlijke kibbeling gegeten had. We waren er een uurtje geweest, maar ’s middags deed mijn hele lijf zeer. Ik bleef wat langer in bed liggen en dacht dat het kwam door de uitputting. Ik ging ’s avonds met een vriendin uit eten bij O’Pazzo. Dit was erg gezellig, maar toen ik haar om 20.15 uur thuis afzette, bleef ik niet hangen voor een drankje, maar wilde ik naar mijn bed.
De volgende ochtend deed mijn lijf nog steeds zo zeer en ontwikkelde ik een nare, vastzittende hoest; dezelfde als ons dochtertje had. Inmiddels begon ook mijn koorts op te lopen. Helaas ik had ook de griep. Mijn koorts ging over de 39 en ’s nachts was ik aan het overgeven en kon ik mijn urine niet goed ophouden. Ik kon een mini-plasje opvangen en mijn vriend bracht deze maandagochtend naar de huisarts. Ik had van tevoren al met de assistente gebeld om de vragenlijst door te nemen. Rond 12 uur werd ik gebeld door de huisarts. Mijn urine was niet schoon, maar er kwam niet direct een ontsteking uit. Ze wilde mijn urine één nachtje op kweek zetten. Ze hoorde aan de telefoon ook mijn hoestje en ze had nog vragen over mijn urineverlies. Ze besloot mij een amoxicillinekuur te geven die zowel op de luchtwegen als de blaas werkt. Prima idee. Mijn vriend haalde de kuur direct op bij de apotheek, zodat ik snel kon beginnen.
Op dinsdag belde de assistente van de huisarts dat er toch bacteriën in mijn urine zaten en dat ik gewoon door kon gaan met de kuur.
Op woensdag begon de koorts te zakken, maar ik had nog helemaal geen energie. Inmiddels begon mijn vriend zich ook minder fit te voelen. Gelukkig kon hij vandaag nog wel voor ons dochtertje zorgen, die weer voor het eerst naar school geweest was.
Donderdags was ik koortsvrij, maar ik had nog geen energie. Toch hielp ik ons dochtertje met ontbijten en aankleden. Mijn vriend was nu flink ziek. Een moeder van een vriendje haalde ons dochtertje op en bracht ze naar school. Mijn zus bracht ons dochtertje ’s avonds weer thuis van de opvang. Mijn vriend at met haar en ik bracht haar weer naar bed. Zo verdeelden we onze beperkte krachten.
Vrijdagochtend bracht ik ons dochtertje naar school en deed nog boodschappen. Ik was 45 minuten de deur uit geweest, maar was helemaal kapot. Gelukkig kon ik de rest van de dag bijkomen en werd ons dochtertje weer thuisgebracht door mijn zus. Zo kon ik op het gemak pannenkoeken bakken voor het avondeten.
Ook voor het weekend schakelde ik alvast hulp in. Zaterdag kon ons dochtertje naar mijn ouders en zondag naar mijn zus. Zo krijg ik de kans om mijn energie weer op te bouwen en aan te sterken. Ik vind het moeilijk om zoveel hulp nodig te hebben en sneu voor ons dochtertje dat ze niet thuis kan blijven, maar het is even niet anders.